De kracht van kaarsen
Kaarsen vormen een belangrijk onderdeel van het leggen van een verbinding van mijzelf en anderen met de eigen ziel, de zielwerelden, de zielesferen. Ik probeer hieronder inzicht te geven in hoe dat gaat en wat er gebeurd.
De kracht van kaarsen
De kaarsen vormen een belangrijk instrument om contact te krijgen op zielsniveau. Ze zijn belangrijk in mijn eigen meditatie als leidraad. Leidraad voor mijn eigen zielepad, opdracht, kennis en doel in het leven. Ze zijn ook belangrijk in de hulp aan anderen. De kaars geeft een boodschap en opent de energie die nodig is om los te komen uit of van een situatie. Om lijden en blokkades op te heffen. En om pijn, angst en verdriet te overwinnen. De energie helpt richting te geven aan de toekomst.
Om aan te kunnen geven hoe deze energie kan werken probeer ik eerst uit te leggen wat de ziel is en de relatie met de mens, de relatie met het leven.
Ziel en mens
Elk mens draagt de toegang tot de bron der dingen. Elke mens draagt die toegang door zijn ziel. De ziel is de geest, de begeesting, het stukje God, het stukje eeuwigheid. De mens wordt gevormd door zijn ervaringen in het leven, door het leven zelf. De ziel vormt zich door daden, daden van hemzelf of daden van anderen. De daden van de ziel zijn anders dan de daden van de mens. Deze zijn het beste te omschrijven als drijfveren, gedreven zijn, gedreven worden, aanzetten tot, aangezet worden. Voor de mens onbewuste processen, invloeden op het psychische en emotionele vlak (angsten, vluchten, (ontwijken van) trauma’s, aangetrokken worden tot, driften). De daden stapelen zich tot een ballast, een lot, een karma, een erfenis. Dit lot drijft de mens voort en doet hem handelen. De ballast brengt de ziel over bergen en dalen, verstervingen en wedergeboortes, transformaties. Zijn pad wordt gevormd, bepaald, zoals de losse draden de tekening en structuur van het tapijt vormen.
De mens daad en ondergaat dading. De daden brengen veranderingen in zijn leven, bepalen zijn levensloop. De mens heeft een wil en karakter. De mens heeft een genetische afkomst, talenten, eigenschappen, driften en drijfveren. En de mens is bezield.
Ik ga er van uit dat de mens bezield is. Alleen de bezieling opent de toegang naar eeuwigheid, Goddelijkheid, naar het overschrijden van de beperkingen van tijd, ruimte, materie en leven en dood. Er is meer dan alleen het vlees en het overleven. De grenzen van de werkelijkheid kunnen niet alleen met droom en fantasie overschreden worden. De grenzen bestaan echt, het zijn echte grenzen.
De ziel is gebonden aan het leven door de mens. De ziel is de drijfveer van de mens die levenoverstijgend en grensoverschrijdend is. De mens ervaart soms iets van die grensoverschrijding. Déjà Vu, herkenning zonder aanwijsbare eerdere ervaring, dingen zien, horen en voelen die er niet zijn.
De ziel voert zijn eigen strijd, heeft zijn eigen ‘toneel’, zijn eigen ‘agenda’.
De mens heeft de wil van de geest, de wil tot overleven. De ziel heeft zijn eigen wil, de wil om terug te keren naar zijn bron. De wil van de geest is in tijd beperkt en gebonden aan het leven. De wil van de ziel is beperkt door zijn ballast, zijn erfenis en zijn bestaan. De ziel is, het zijn van de ziel is als een identiteit. Maar die identiteit is niet stabiel en veranderd door ingrijpende gebeurtenissen op zijn pad. Zoals een trauma het karakter van een mens ingrijpend kan veranderen.
Veranderingen in het menselijke leven zijn zichtbaar en herkenbaar. Veranderingen in het lot van de ziel zijn niet zichtbaar en niet herkenbaar. Maar ze zijn wel van invloed op het leven van de mens. En deze invloed kan zichtbaar gemaakt worden.
Er zijn terugkerende thema’s in de relatie van de ziel en het leven. Het gaat om binden en verbinden. Verbonden zijn aan anderen, aan het verleden, aan het leven, aan levens. Het gaat om verlies, om bezit, bezit gehad hebben, verloren hebben. Er wordt gezocht en er wordt gevonden. Er wordt geleden, en het lijden wordt overwonnen, is overwonnen. Er is schuld en onschuld, onrecht, beleefd onrecht. Schuld is niet de schuld zoals de mens die hanteert. Het is gevoelde schuld, overgedragen door bezieling van anderen (slachtoffers) op de eigen ziel. De eigen ziel wordt schuldig en de schuld moet worden ingelost. Er is haat en er is liefde. Haat is niet verbonden zijn, versteend zijn, verduisterd zijn. Liefde is verbinding, liefde is overgave, is vergeving en aanvaarding. Haat ketent zielen aan het lot, aan de tijd. Zo kan een moment van daad eeuwig worden. Dader en slachtoffer verliezen hun beweging. De ziel verliest de raking met de liefde, de vergeving, de verlossing.
Kiest de ziel zijn leven? Misschien, maar het karma legt de keuze binnen grenzen. De ziel heeft geen verstand, geen rede. De keuze wordt niet daardoor bepaald. De ziel heeft een wil, de ziel heeft een doel, de ziel heeft een besef van het zijn van zijn wezen. Het verleden, het zijn nu en ook het straks bepalen het wezen van de ziel. Zij bepalen zijn doel, zijn zoektocht, vormen zijn wil. Het is een lijn van energie, zijn lichaam, dat zich rekt en rekt.
Ik heb de zielen gevoeld. Ik heb hun verleden gezien, het verleden zoals zij dat dragen. Het is een verstilling op de bewegende lijn van toen naar straks. Het lijkt een zich voortdurende herhaling van een fragment uit het leven, uit een leven. Maar de ziel die het mij laat zien is in beweging, voor hem of haar, of het, is het geen verstilling, geen fragment. Het verschil in beleving is het verschil tussen de vaste tijd van tel tot tel en de eeuwigheid. Het eeuwig zijn, het eeuwig lijden, het eeuwig liefhebben.
Voor de bezielde mens is er het besef. De mens beseft iets, weet meestal niet wat. De sporen van het verleden, de binding en verbinding. De meest recente sporen uiten zich vroeg of laat. Door middel van trauma’s of geluksbesef. De losse nieuwe draden worden gezien, het reeds geweevde tapijt wordt alleen gevoeld. De onderkant van het tapijt, de wirwar. Niet de bovenkant, niet de tekening, de structuur, de afbeelding. Het tapijt is een loper, die leidt van toen naar straks. En de tekening loopt door, het pad van de ziel. En zoals bij de mens alles van het leven stopt bij de dood, stopt bij de ziel de voortgaande tekening als de ziel sterft. Sterft in de zin van wedergeboorte. De ziel keert zich en begint aan een nieuwe zijnsvorm, een nieuwe episode. De herhaling van daden en gebeurtenissen, ervaringen en lotsbestemmingen stopt bij de kering. De bagage, de ballast wordt samengepakt tot een voltooid verleden, aanwezig maar niet meer actief bepalend voor het lot, het karma.
De kering van de ziel
Ik heb het proces van de kering van een ziel mogen aanschouwen. In diepe meditatie werd ik geleid naar een visualisatie van dat proces. De kering van de ziel is een transformatie. De ziel is daarbij zichtbaar als energie, als aanwezigheid. De ziel keert zich maar draait niet. De wereld om hem, haar, draait, de mens waar hij is draait om hem. Het lijkt een zweefmolen van de kermis, met maar één stoel, met één mens. De ziel is het midden van de molen. De wereld, het leven, het zijn, keert zich en veranderd voorgoed..
In bijgaande foto is een van deze keringen verschenen op een kaars. De ingestraalde en beschilderde kaars had ik gemaakt voordat ik de kering van de ziel had meegemaakt. De tekening in de kaars was een exacte weergave van het beeld dat ik in de meditatie had gezien. Ik ontdekte de tekening op de kaars kort na deze ervaring.
In mijn boeken wordt de kering van de ziel als verheven, heilige gebeurtenis omschreven. Een gebeurtenis die niet zonder gevaar is. De ziel is open tijdens de kering, voor goed of slecht. Een nieuw zielenleven in een nieuwe wereld.
De kracht van kaarsen
Ik bereid kaarsen. Ik bereid ze voor een persoon, een situatie, een persoon in een situatie. De bereiding geeft de kaarsen een energie die de persoon beïnvloedt, de situatie beïnvloed. Ik neem de kaars en concentreer me op de persoon, de bezielde persoon. Het gaat om zijn of haar leven, het gaat om het leven als bezielde mens. Wat ik voel en zie zijn gebeurtenissen vanuit het perspectief van de ziel. Ik zie reële situaties, pijn, hindernissen, dood, ziekte, verlies. Situaties die ingrijpen in het leven. Die dusdanig ingrijpen in het leven dat de ziel erdoor geraakt wordt. De ziel moet iets, moet er iets mee.
Het kan heel licht zijn, het kan heel zwaar zijn. Een vraag over het levenspad. Een keuze die gemaakt moet worden. Een relatie willen maar het lukt niet. Een verborgen trauma, een plotselinge dood van een dierbare.
Elke kaars is uniek. Ik doe het en ik doe het niet. De benodigde energie dient zich vanzelf aan, het inzicht, de boodschap en het advies. De energie en het inzicht kunnen algemeen zijn of heel specifiek. Het is mede afhankelijk van de vraag die gesteld wordt. Achter de vraag van de mens ligt altijd de vraag van de ziel.
Elke kaars krijgt een tekening, van een eenvoudige inscriptie tot een uitgebreide beschildering. Bij de kaars komt een boodschap. Dit kan een uitleg zijn van de tekening of een advies over verleden en toekomst.
Ik gebruik verschillende kaarsen. De meeste zijn kerkkaarsen of van kaarsenmakerijen van kloosters. Een aantal behandel ik voor. Ter plekke verzoek ik in gebed om de juiste energie voor de kaars. Bij de behandeling verschijnen beelden, komen emoties en gebeurtenissen, blij, droevig, pijnlijk, heilig, berustend. Deze kaarsen worden niet direct voor iemand gebruikt. Ze wachten op de juiste persoon zonder dat ik het zelf weet. Soms kan het jaren duren voor de kaars gebruikt wordt.
Ik heb ooit een kaars voor mijzelf in een bidkapel voorbereid. Een grote kaars met een boodschap. Vijf jaar bleef de kaars liggen. Ik wist alleen dat hij nog niet te gebruiken was. Tot ik mij voorbereidde voor een reis naar Auschwitz-Birkenau. Toen moest ik de kaars inwijden en activeren. Ik heb hem meegenomen en in Birkenau aangestoken. Hij was niet voor mij, niet alleen voor mij. Ik was de drager, de drager voor de bezieling van wat er was in dat kamp.
Soms gebruik ik bestaande vormen. Zo heb ik voor een gemeenschappelijke meditatie een kaars in de vorm van een engel geprepareerd. Naar mijn idee kreeg de engel haar ware vorm pas door de beschildering. Het was niet meer zomaar een engel, het was de engel die er was voor dat moment, ze liet zich zien zoals ze door ons gezien en gevoeld moest worden.
Tekens en tekeningen
Het lichaam van de mens draagt de ziel, het lichaam is bezield. De energie die in kaarsen gelegd wordt door beschildering kan ik ook op de huid brengen. Soms schilder ik op de huid, een symbool, lijnen of een woord. Het wordt mij ingegeven en er volgt een uitleg. In het lichaam wordt energie losgemaakt, spirituele energie, zielsenergie. Het lichaam opent zich voor die energie. Soms maak ik ook een tekening op papier. Het verbeeld het zijn en de wereld van de ziel.
Wat er gebeurd (is)
Het is voor mensen moeilijk aan te geven of er door de kaars iets veranderd is in hun leven. De kaars op zich staat symbool voor een handeling, voor een besluit. Een besluit om iets te openen wat gesloten was, iets achter te laten wat (te) lang aanwezig was. Het besluit is een bevrijding op zich. Soms wachten mensen ook heel lang voor ze de kaars gaan branden. Ze wachten op het juiste moment. Ik zeg altijd dat de kaars zelf aangeeft wanneer het moment daar is. De kaars verlicht, dat wordt gevoeld. Het geeft verlichting, hoop en vertrouwen, vertrouwen in een goede afloop, wat dat dan ook mogen zijn. De kaars is er voor de ziel, de ziel die in het leven van de mens is. De ziel die de mens stuurt, aanstuurt, onzichtbaar, niet verklaarbaar in de zin van “daarom gaat het zo”. Maar het gaat juist niet zoals het gaat. Dingen gebeuren niet zomaar. Het lot is geen loterij. En juist dat besef gaat samen met de kaars. Het is de energie die doet beseffen. En dan volgt het ander vanzelf, berusting, stilte, pijn, verdriet, overgave aan dat wat is. Een gevoel van liefde, of het besef dat het er is.
Er kan in het dagelijkse (over)leven misschien maar weinig veranderen, misschien hoeft dat ook niet. Maar veranderingen zijn er wel. De kaars doet altijd iets. En als ik verander, ook zonder het direct te zien, veranderd de wereld om mij heen ook.
De Lantaarn
Voor mijn reizen naar de concentratiekampen had ik een lantaarn gekocht. Deze heb ik ook een keer gebruikt om de kelder van een huis te reinigen, het voelde er niet pluis. Tijdens het ritueel heb ik foto’s gemaakt. Op een foto was iets te zien wat niet mogelijk is. Het licht van de lantaarn en de vorm van zijn schaduw scheen dwars door mijn broek heen, en de broek was van stevige spijkerstof.
De heilige
Op de website staat een foto van een man op een wolk.
Voor mij is het een beeld van een heilige, de heilige.
De foto is een close-up opname van de lont
van een brandende kaars.
Mijn heilige is vaker op die manier verschenen .
Op de foto hiernaast zit hij aan de voet van een boom
en leest in Het Boek.
< Prev | Next > |
---|